De thermostaat is een onderdeel in onze installatie dat vaak onderschat wordt. De meeste thermostaten die in Nederland worden verkocht, zijn gemaakt voor gasketels. Een gasketel kan probleemloos tien keer per uur opstarten. Voor onze pelletketel is dit anders. Deze proberen we zo weinig mogelijk te laten starten en zo lang mogelijk te laten branden. Vandaar dat we andere eisen stellen aan een thermostaat voor pelletketels.
Waar moet een thermostaat aan voldoen?
Allereerst willen we dat de pelletketel weinig starts maakt per uur, dus het schakeldifferentieel moet minimaal 0,5 tot 1.0 graden zijn. (Schakeldifferentieel = de thermostaat is ingesteld op bijvoorbeeld 20 graden en start de ketel weer op bij 19,5 of 19 graden) Een schakeldifferentieel van één graad lijkt misschien veel, maar in de praktijk merk je het niet. De thermostaat mag niet modulerend zijn omdat de pelletketel zelf op zijn ketelwater moduleert. Het is daarbij belangrijk dat de thermostaat van het type ‘aan/uit’ is.
Sommige thermostaten starten na het bereiken van de ingestelde kamertemperatuur de pelletketel opnieuw op om de kamertemperatuur te behouden. Bijvoorbeeld de Honeywell thermostaten staan standaard ingesteld op zes keer per uur maar dit kan oplopen tot twaalf keer per uur. Dit betekent dat de pelletketel om de tien minuten wordt aan- of uitgeschakeld. Hierdoor kunnen er nog resten pellets in de branderschaal blijven liggen. Bij de volgende opstart ligt er dan bijna een dubbele dosis pellets in de branderschaal met als gevolg een flinke rookontwikkeling.
Om deze reden adviseren wij geen Honeywell thermostaten meer te gebruiken voor het aansturen van onze pelletketels. Ook andere thermostaten die volgens hetzelfde principe werken dienen te worden vermeden.
Biodom adviseert o.a. thermostaten van het merk Salus vanwege het eenvoudige gebruik en de goede werking in combinatie met de pelletketel.